REGLEMENT GROTE PRIJS JAN COLDEWEY 2022

Art. 1
De Grote Prijs Jan Coldewey, hierna GPJC, is een tweedaagse veelzijdigheidsproef voor continentale
staande honden, die door de Continentale Staande Honden Vereeniging, zo mogelijk één maal per
drie jaar, bij voorkeur in de tweede helft van augustus, wordt georganiseerd.

Art. 2

De GPJC heeft als doel aandacht te vragen voor de veelzijdigheid van continentale staande honden
en de veelzijdige opleiding van die honden te stimuleren.

Art. 3

Naast het werk wordt ook aandacht besteed aan het exterieur; niet zo zeer omdat een jachthond
mooi moet zijn maar vooral omdat die functioneel gebouwd moet zijn en in belangrijke mate moet
voldoen aan de rasstandaard.

Art. 4

De ideale veelzijdige continentale staande hond is een hond die vóór het schot wild zoekt, vindt en
voorstaat, die ná het schot dood en aangeschoten wild vindt en apporteert, die het spoor van
gewond grofwild volgt en zo een dood of ziek stuk vindt, die voldoet aan eisen van dressuur en
elementaire opleiding, die functioneel gebouwd is en het ideaal van de rasstandaard nabij komt.

Art. 5

  1. Op de GPJC wordt de veelzijdigheid van de deelnemende honden beproefd door middel van een
    samenstel van vijf specifieke wedstrijden en proeven, de Najaarswedstrijd, de Apporteerwedstrijd,
    de Zweetspoorproef, de Jachthondenproef en de Exterieurbeoordeling.
  2. Op elke van de in het vorige lid genoemde wedstrijden / proeven / beoordeling kunnen maximaal
    100 GPJC-punten worden behaald.
  3. De hond die de meeste GPJC-punten heeft behaald, wint de GPJC.

Art. 6

Het werk vóór het schot wordt beoordeeld tijdens een Nationale Kampioenschaps-Najaarswedstrijd,
als geregeld in het Algemeen Veldwedstrijd Reglement, Supplement voor Staande Honden, met dien
verstande dat bij een fout die tot uitsluiting leidt, de officiële wedstrijd wordt beëindigd, maar de
hond voor GPJC-punten de loop, in beginsel, mag afmaken en, als dat voor de beoordeling relevant
is, een tweede loop mag krijgen. Een en ander is nader uitgewerkt in de bijlage Richtlijnen en
Oriëntatiepunten voor de Najaarswedstrijd, die als bijlage 1 bij dit reglement is gevoegd.

Art. 7

  1. Het werk ná het schot wordt beoordeeld tijdens een Nationale Kampioenschaps-
    Apporteerwedstrijd Aanzit op Duiven, als geregeld in hoofdstuk IV van het Supplement voor Staande

Honden van het Algemeen Veldwedstrijd Reglement, met dien verstande dat bij een fout die tot
uitsluiting leidt, de officiële wedstrijd wordt beëindigd, maar de hond voor GPJC-punten de
wedstrijd, in beginsel, mag afmaken. Een en ander is nader uitgewerkt in de bijlage Richtlijnen en
Oriëntatiepunten voor de Apporteerwedstrijd, die als bijlage 2 bij dit reglement is gevoegd.

  1. Indien door onvoorziene omstandigheden op de dagen van de GPJC te weinig duiven vliegen en
    daardoor de in het voorgaande lid bedoelde wedstrijd geen doorgang kan vinden, wordt het werk ná
    het schot beoordeeld tijdens een proef, waarbij een Apporteerwedstrijd Aanzit op Duiven zo goed
    mogelijk wordt nagebootst.
    Bij die proef worden dode duiven gebruikt. De honden worden niet gekwalificeerd maar kunnen wel
    GPJC-punten behalen. Een en ander is nader uitgewerkt in de bijlage Richtlijnen en Oriëntatiepunten
    voor de Nagebootste Apporteerwedstrijd, die als bijlage 3 bij dit reglement is gevoegd.

Art. 8

De nazoek van grofwild wordt beoordeeld tijdens een Nationale Kampioenschaps-Zweetspoorproef
F, als geregeld in het Algemeen Veldwedstrijd Reglement, Supplement voor o.a. Zweethonden, met
dien verstande dat voor de GPJC de volgens het reglement toegekende punten worden omgerekend
naar GPJC-punten en dat ook aan honden die “niet aan het stuk komen” GPJC-punten kunnen
worden toegekend. Een en ander is nader uitgewerkt in de bijlage Richtlijnen en Oriëntatiepunten
voor de Zweetspoorproef, die als bijlage 4 bij dit reglement is gevoegd.

Art. 9

De dressuur en elementaire opleiding wordt beoordeeld tijdens een Standaard Jachthonden Proef als
geregeld in het Algemeen Reglement Jachthondenproeven, met dien verstande dat honden, die op
één of meer proeven een onvoldoende krijgen, alle proeven mogen afmaken en GPJC-punten kunnen
behalen. Een en ander is nader uitgewerkt in de bijlage Richtlijnen voor de Jachthondenproef, die als
bijlage 5 bij dit reglement is gevoegd.

Art. 10

Het exterieur wordt beoordeeld volgens de desbetreffende bepalingen voor exposities als geregeld in
Hoofstuk IV en het tweede lid van artikel V.11 van het Kynologisch Reglement, met dien verstande
dat de keurmeesters niet alleen een kwalificatie geven maar die kwalificatie ook voorzien van GPJC-
punten volgens een daarvoor vastgestelde puntenschaal. Een en ander is nader uitgewerkt in de

bijlage Richtlijnen voor de Exterieurbeoordeling, die als bijlage 6 bij dit reglement is gevoegd.

Art. 11

Tot deelname aan de GPJC worden minimaal twaalf en maximaal vierentwintig honden toegelaten.

Art. 12

Bij de inschrijving voor de GPJC moeten de eigenaren van de honden, naast de gebruikelijke
informatie voor inschrijving voor veldwedstrijden en jachthondenproeven, eerder behaalde
resultaten op de vijf GPJC-onderdelen vermelden met datum waarop en plaats waar die resultaten
zijn behaald.

Art. 13

Voor deelname aan de GPJC moeten honden voldoen aan vereisten voor toelating, gebaseerd op
eerder behaalde resultaten op de vijf GPJC-onderdelen. Een en ander is nader uitgewerkt in de
bijlage Toelatingseisen en Selectiecriteria, die als bijlage 7 bij dit reglement is gevoegd.

Art. 14

Indien meer dan het maximum aantal toe te laten honden, die voldoen aan de toelatingseisen, wordt
ingeschreven, wordt de volgorde van toelating bepaald door selectiecriteria, gebaseerd op eerder
behaalde resultaten op de vijf GPJC-onderdelen. Een en ander is nader uitgewerkt in de bijlage
Toelatingseisen en Selectiecriteria, die als bijlage 7 bij dit reglement is gevoegd.

Art. 15

Indien minder dan twaalf honden, die voldoen aan de toelatingseisen, worden ingeschreven, worden
ook honden toegelaten die niet aan de toelatingseisen voldoen tot het aantal van twaalf honden is
bereikt. De volgorde van toelating wordt in voorkomend geval bepaald op grond van de in het vorige
lid bedoelde selectiecriteria.
Bij dit reglement behoren de volgende bijlagen:

  1. Richtlijnen en Oriëntatiepunten voor de Najaarswedstrijd
  2. Richtlijnen en Oriëntatiepunten voor de Apporteerwedstrijd
  3. Richtlijnen en Oriëntatiepunten voor de Nagebootste Apporteerwedstrijd
  4. Richtlijnen en Oriëntatiepunten voor de Zweetspoorproef
  5. Richtlijnen voor de Jachthondenproef
  6. Richtlijnen voor de Exterieurbeoordeling
  7. Toelatingseisen en Selectiecriteria

Dit reglement, inbegrepen de bijlagen 1 tot en met 7, is vastgesteld door de Algemene
Ledenvergadering van de Continentale Staande Honden Vereeniging op en is
met onmiddellijke ingang van kracht verklaard.